Nieuw leenstelsel verjaagt goede studenten naar het buitenland

In oktober hield de Tweede Kamer een rondetafelgesprek met deskundigen over het wetsvoorstel over het studievoorschot, eerder ook wel het leenstelsel voor studenten genoemd. Deze maand stemt de Eerste Kamer over het voorstel.

Het wetsvoorstel bevat de volgende onderdelen. De basisbeurs verdwijnt en maakt plaats voor een sociale leenvoorziening die de overheid voor alle studenten ter beschikking stelt: het studievoorschot. De wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt gewijzigd zodat studenten en docenten op de hoofdlijnen van de begroting van de instelling instemmingsrecht door de medezeggenschap krijgen. Ook wordt er een grondslag gecreëerd voor kwaliteitsbekostiging, waarvan de financiering tot nu toe onduidelijk is. De OV-jaarkaart blijft behouden, en deze wordt tevens beschikbaar gesteld aan minderjarige mbo-studenten. Hiervoor wordt 1 miljard euro per jaar uit het budget voor het hoger onderwijs (universiteiten en hogescholen) gereserveerd. Alle studenten met aanspraak op reguliere studiefinanciering, in welke vorm dan ook, hebben voor de betreffende studie niet langer recht op aftrek van scholingsuitgaven.

Het invoeren van het studievoorschot zal ervoor zorgen dat veel studenten ons land zullen ontvluchten vanwege de inkomensafhankelijke aflossingsverplichting die maximaal 4 % bedraagt en tot 35 jaar kan duren. Mijn collega Jacco Hoekstra (TU Delft) rekende de Tweede Kamer voor dat zijn masterstudenten wel 40.000 euro studieschuld zullen opbouwen in zes jaar. De middeninkomens zien zich geconfronteerd met een verdere verhoging van de toch al hoge marginale tarieven. Vooral beta’s en harde gamma’s als econometristen en financieel economen zouden kunnen vertrekken.

In het Verenigd Koninkrijk heeft zich dit effect voorgedaan door de invoering van een leenstelsel. Het leenstelsel wordt zo een openeindregeling, waarbij onduidelijk is hoeveel deze gaat kosten en opleveren. Bovendien is onduidelijk hoeveel de investeringen in het hoger onderwijs uiteindelijk op lange termijn zullen bedragen. Dat kwam uit het rondetafelgesprek ook duidelijk naar voren.

Daarnaast is het vreemd dat de NS door de verplichte afname door de studenten van de OV-jaarkaart een jaarlijkse subsidie van 1 miljard euro uit het hoger onderwijsbudget krijgt, die beter besteed zou kunnen worden aan investeringen in de kwaliteit van het hoger onderwijs door bijvoorbeeld het verbeteren van de verhouding tussen docenten en studenten bij de universiteiten en hogescholen. Het wetsvoorstel over het studievoorschot is slecht doordacht en moeilijk uitvoerbaar en draagt niet bij aan de kwaliteit van het hoger onderwijs.

(Zie mijn Metro column van 10 oktober 2014)

Dit bericht is geplaatst in Metro, Nederland, onderwijs, overheden. Bookmark de permalink.